Een paniekaanval kan je volledig overvallen. Het ene moment doe je nog iets heel gewoons, het volgende moment word je overspoeld door een golf van angst en lichamelijke klachten. Veel mensen schrikken enorm van hun eerste aanval en vragen zich af of er iets ernstigs met hun hart of gezondheid aan de hand is. Het kan voelen alsof je de controle verliest of zelfs doodgaat.
Hoewel paniekaanvallen heftig zijn, zijn ze niet gevaarlijk. Je lichaam reageert met een overdosis stresshormonen, maar dat gaat altijd weer voorbij. Wel kunnen terugkerende aanvallen je dagelijks leven sterk beïnvloeden. In dit artikel lees je wat een paniekaanval is, hoe je het herkent, hoe het ontstaat en vooral: wat je eraan kunt doen.
Een paniekaanval is een plotselinge, intense golf van angst en spanning. Je lichaam schiet in een soort alarmstand en maakt veel adrenaline aan. Dit is hetzelfde hormoon dat vrijkomt wanneer je moet vluchten of vechten bij gevaar. Alleen: er ís vaak helemaal geen echt gevaar.
Tijdens een aanval kun je denken dat je flauwvalt, een hartaanval krijgt of gek wordt. Dit versterkt de paniek nog meer, waardoor je in een vicieuze cirkel belandt. De klachten bereiken meestal binnen 10 minuten hun hoogtepunt en nemen daarna langzaam weer af.
De verschijnselen verschillen per persoon. Niet iedereen heeft dezelfde klachten, maar vaak komen meerdere van de onderstaande symptomen voor:
hartkloppingen of een versnelde hartslag
trillen of beven
benauwdheid of het gevoel te stikken
duizeligheid of licht in het hoofd
misselijkheid of buikklachten
hevig zweten of koude rillingen
pijn of druk op de borst
tintelingen in handen of voeten
een gevoel dat de wereld onwerkelijk is (derealistatie)
een gevoel los van jezelf te staan (depersonalisatie)
angst om de controle te verliezen, gek te worden of dood te gaan
Na een aanval moet je vaak bijkomen. Het is normaal dat je je moe voelt, gaat huilen of dat je spieren trillen.
We spreken van een paniekstoornis wanneer:
je herhaaldelijk onverwachte paniekaanvallen hebt, en
je minstens een maand bezorgd bent over nieuwe aanvallen of de gevolgen daarvan, of
je je gedrag verandert om aanvallen te vermijden, bijvoorbeeld door niet meer met de trein te reizen of drukke plekken te vermijden.
In Nederland heeft naar schatting 2 tot 3 procent van de bevolking een paniekstoornis. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
Dit is de meest onderzochte en bewezen behandelvorm. Je leert stap voor stap om je gedachten en reacties anders te begrijpen. Ook oefen je met het opzoeken van spannende situaties, zodat de angst vanzelf afneemt. Kijk voor meer informatie op onze CGT pagina.
Soms schrijft een arts (of verpleegkundig specialist) tijdelijk medicijnen voor, zoals antidepressiva of angstremmers. Deze verminderen de hevigheid van de aanvallen. Medicatie wordt meestal gecombineerd met therapie.
Technieken zoals mindfulness, ademhalingsoefeningen of progressieve spierontspanning kunnen helpen om spanning sneller te laten zakken.
Twijfel je of je een paniekstoornis hebt? Of merk je dat de paniekaanvallen steeds meer invloed krijgen op je dagelijks leven? Dan kan het verstandig zijn om hulp te zoeken.
Een psycholoog kan samen met jou bekijken wat er speelt en welke behandeling passend is. Met een verwijsbrief van de huisarts wordt behandeling in de basis- of specialistische GGZ vaak vergoed door de zorgverzekeraar.
Een paniekaanval helemaal voorkomen kan niemand. Wel kun je leren om er anders mee om te gaan. Enkele tips:
Erken wat er gebeurt: herinner jezelf eraan dat het paniek is, en dat het weer overgaat.
Blijf ademen: adem rustig in door je neus en langzaam uit door je mond.
Focus op je omgeving: kijk bewust om je heen, noem vijf dingen die je ziet of hoort.
Vermijd cafeïne, alcohol en drugs: die kunnen klachten versterken.
Zorg goed voor jezelf: regelmaat in slaap, beweging en ontspanning helpt je lichaam in balans te brengen.
Praat erover: deel je ervaringen met vrienden, familie of een professional.
Schrijf je gedachten op: dit kan helpen om paniekgedachten los te laten.
Wat veel mensen met een paniekstoornis het zwaarst vinden, is de angst voor een volgende aanval. Hierdoor ga je situaties vermijden: niet meer naar de supermarkt, niet meer in de bus of liever niet meer alleen de deur uit. Dit vermijdingsgedrag geeft op korte termijn rust, maar zorgt er juist voor dat de angst op lange termijn blijft bestaan.
Een paniekaanval bereikt vaak binnen 10 minuten zijn piek. Daarna nemen de klachten geleidelijk af. In totaal duurt een aanval meestal 10 tot 30 minuten, al kan de spanning soms langer aanhouden.
Nee, een paniekaanval voelt heftig, maar is niet gevaarlijk. Je lichaam reageert met stresshormonen alsof er gevaar is, terwijl dat er niet is. De klachten gaan vanzelf weer voorbij.
De meest effectieve behandeling is cognitieve gedragstherapie. Daarbij leer je anders naar je gedachten en lichamelijke reacties te kijken. Soms worden ook medicijnen voorgeschreven. Ontspanning en ademhalingsoefeningen kunnen extra ondersteunen.
Nee, van een paniekaanval val je meestal niet flauw. Bij flauwvallen daalt je bloeddruk, maar tijdens een paniekaanval gaat je hart juist sneller kloppen en stijgt je bloeddruk. Je kunt je wel licht in je hoofd voelen of het gevoel hebben dat je flauwvalt, maar dit gebeurt zelden echt.